Jean Bricmont
[Bron: "Zand in de Machine", webzine van Attac Vlaanderen]
Er zijn ten minste twee factoren in aanmerking te nemen als we een verkiezing willen proberen beoordelen: dat wat de kiezers willen uitdrukkelijk met hun stem en wat de verkozen kandidaat zal doen. In het geval van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, zou het bijzonder triest zijn geweest mocht McCain na acht jaar Bush-regime verkozen zijn. In feite is het verwonderlijk dat hij er nog in geslaagd is 46% van de stemmen te behalen. Net zoals ook zijn uitstekende resultaten in een aantal staten als bijvoorbeeld Louisiana (zijn ze daar de orkaan Katrina vergeten?)
|
Links zou de overwinning van Obama moeten toejuichen, niet zozeer omwille van zijn huidskleur, maar omdat de mensen die op hem hebben gestemd een wens voor verandering uitdrukken en, over het algemeen, een progressieve verandering: minder oorlog, een evenwichtiger economisch beleid, en een respectvoller milieuvriendelijke houding.
Maar de vraag wat de kandidaat zal doen is iets heel anders. Het hangt af van wat hij wil doen, maar ook van wat hij kan doen. Een Amerikaanse president heeft veel macht, maar hij is geen dictator en trouwens, een dictator moet ook rekening houden met de machtsverhoudingen. Wat Obama wil doen is niet helemaal duidelijk, maar het is wel duidelijk dat hij zich niet zal verzetten tegen de georganiseerde machten (Wall Street, de multinationals, de pro-Israël lobby, en ga zo maar door...) die hem hebben toegestaan te winnen. Als er al iets is dat hij duidelijk heeft aangetoond tijdens zijn campagne, is het dit wel.
Uiteraard moet Obama ook rekening houden met populaire druk. Maar daar is het waar het probleem zich voordoet: welke druk? Terwijl sommige Amerikanen geïrriteerd zijn door de Obamania in de VS, zouden ze dat nog veel erger zijn als ze beseften wat er gebeurt in het buitenland, vooral in Europa. Er is niets dat mij hier meer deprimeert dan het zien van hoe jongeren uit de Franse voorsteden zich naast de hele sociaal-democratie, de show-business en de intelligente zionisten "mobiliseren" voor Obama. Ik zag zelfs een aantal van deze jongeren zeggen dat ze Obama een kogelvrij vest zouden toesturen omdat ze geloven dat Amerika nooit zal toestaan dat een Afro-Amerikaanse president zou worden. Alsof iemand die de steun van Warren Buffett, de rijkste man ter wereld, heeft en in feite van vrijwel het hele establishment, een bedreiging zou zijn voor Amerika en hun hulp nodig had.
Met andere woorden, het probleem van Obama komt voort uit zijn extreme populariteit in Europa die gebaseerd is op zowel zijn huidskleur als op zijn "imago". Veel mensen hier hebben geen idee op welke wijze de relaties tussen de rassen zijn veranderd in de VS (net zoals in Europa trouwens). Ze zien de verkiezing van Obama als een soort absoluut wonder en denken dat hij progressiever is dan hij in feite is, vooral omdat de media hem voorstellen als een radicaal alternatief voor Bush en bijna niet spreken over zijn intentie meer troepen naar Afghanistan te sturen (of Pakistan aan te vallen).
Men kan zich inderdaad afvragen wat de meest obamania-achtige "linksen", stijl Charlie Hebdo of Libération, zouden zeggen over een Frans politicus die de doodstraf steunt, die de troepen wil versterken en al zijn toespraken beëindigt met "God zegene Frankrijk".
Natuurlijk, gezien de rampzalige toestand van de linkerzijde in de wereld, willen veel mensen erg hard geloven dat er iets positiefs gebeurt ergens op aarde, en dit versterkt de illusies die Obama heeft doen ontstaan.
Bovendien is het moeilijk een anti-Obama Europees rechts te vinden. In feite dwepen rechts en het merendeel van de sociaal-democraten met Obama omdat hij hen zal toelaten opnieuw openlijk pro-Amerikaans te zijn. Omdat de Verenigde Staten minder egalitair zijn (uit economisch oogpunt) dan Europa, omdat de loonlasten er lager liggen, omdat er minder vakbonden zijn en minder bescherming van de rechten van werknemers, ziet de Europese elite de VS als een soort kapitalistisch paradijs. Het probleem met Bush was dat hij zo brutaal, arrogant, dom en inefficiënt was dat deze elites steeds moeilijker uiting konden geven aan hun bewondering voor de Verenigde Staten. Maar nu kan alles veranderen: door het verplaatsen van de aandacht van sociale problemen naar "raciale" problemen kunnen deze elites de huidige situatie omkeren en de VS als hét progressieve land van het Westen voorstellen.
De heel "nieuw linkse" en pro-amerikaanse krant Libération, suggereerde dat de verkiezing van Obama een les in democratie voor Frankrijk zou zijn. Vreemd genoeg vermelden ze met bewondering de lange wachtrijen bij de stembureaus, terwijl die files in niet-Westerse landen over het algemeen beschouwd worden als een teken van incompetentie of erger, als blijk dat de regering van plan is te mensen te ontmoedigen van te stemmen.
Een ander probleem is dat kritiek op Obama waarschijnlijk van racisme zal verdacht worden. De zionisten stigmatiseren het feit "anti-Amerikaans" te zijn al als antisemitisch. Met een afro-amerikaanse president van de VS mogen we ons verwachten aan een combinatie van beide vormen van intimidatie.
De vraag is hoe lang Obama in staat zal zijn om zijn linkse supporters te behouden, zelfs wanneer zijn buitenlands beleid in tegenspraak is met hun verwachtingen. De enige hoop is dat de wereldbevolking hem met de neus op de feiten drukt, niet van zijn programma, omdat hij eigenlijk niet zoveel heeft beloofd, maar van wat zij denkt dat zijn programma is en woedend zal reageren als ze ontdekken dat hij hun (ongegronde) hoop in hem heeft verraden. Dat is het enige dat Amerika kan doen afzien de oorlogen in Afghanistan, Irak of elders te versterken.
Het probleem is dat, 60 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, de Europeanen zich nog altijd als afhankelijk zien van de Verenigde Staten. Voor hun elites zijn de redenen van deze houding begrijpelijk; maar helaas heeft de rest van de bevolking, met inbegrip van een deel van de linkerzijde, te veel hoop geplaatst op het feit dat het Amerikaanse volk kiest voor een "goede prins", zoals zij dat deden met Obama.
We moeten ons buitenlands beleid en ons sociaal model onafhankelijk van de Amerikaanse keuzes bepalen. We moeten in staat zijn om te praten met landen als Rusland, China of Iran zonder ons hoeven zorgen te maken van wat Uncle Sam daarover denkt. Veel Europeanen zien de Verenigde Staten als een toonbeeld van democratie, maar er is niets minder democratisch dan ons beleid te bepalen naar gelang de uitslag van verkiezingen waaraan we niet deelnemen.
Het Amerikaanse volk verkiest zijn president, en niet de meester van het universum. Vandaag de dag lijkt dit als zodanig begrepen te worden in Rusland, Azië, Latijns-Amerika en de islamitische wereld. Het is alleen in Europa dat de dekolonisatie van de geesten nog steeds nodig is.
Dit is een vertaling van ’La gauche européenne et Obama’ verschenen op mondialisation.ca. Jean Bricmont is een Belgisch theoretisch fysicus, wetenschapsfilosoof en professor aan de Université Catholique de Louvain.
In 1997 schreef hij samen met Alan Sokal het boek "Intellectuele bedrog". De publicatie van dit boek bracht in de VS en Frankrijk een storm teweeg. De auteurs tonen aan hoe hedendaagse Franse gerespecteerde meesterdenkers wetenschappelijke concepten en terminologie misbruiken in hun werk. Het debat draaide om de stelling: is wetenschap alleen maar ideologie? Is wat wetenschappers ontdekken slechts een sociale constructie of hebben zij echt iets te vertellen? Zijn er normen voor intellectuele eerlijkheid en nauwkeurigheid?
Het boek werd uitgegeven door EPO.