dinsdag 7 april 2009

Brief aan Simon in Brisbane (Australia)

.

Hi Simon,

Allez, je bent een flâneur à la Baudelaire geworden.

Met mij gaat het niet goed eigenlijk: ik heb het gevoel dat mijn geest niet meer werkt zoals voorheen. En mijn longen zijn er nog erger aan toe dan die geest. Ik voel me murw geslagen door boodschappen van buiten en boodschappen die van binnenuit komen. Ik heb er ook geen zicht meer op: het is nu wel morgen hier en ik ben pas wakker en nog compleet gedesoriënteerd. Overigens na een lange droom die er ook één was van labyrinten en verwarring en verloren lopen: bril verloren en zo. Ik raakte niet uit die droom en wist bij het wakker worden niet meer wie ik was. In een vorig bestaan al was ik een wandelende jood. Bovendien verdraag ik geen sigaretten meer.

Ik heb het gevoel (maar dat gevoel heb ik eigenlijk al gans mijn leven) dat ik niet lang meer te leven heb, al heb ik de laatste tijd veel nieuwe vrienden gemaakt hier. Maar ook mensen die me compleet verkeerd begrijpen en me bestoken met dwaze adviezen: would-be therapeuten, medelijders, je kent het soort dat al weet wat je moet doen voordat ze ook maar drie seconden geluisterd hebben naar je. Die moet ik dan weer de woestijn insturen, of mijn telefoon naast de hoorn leggen. Ze vallen je lastig als sprinkhanen.

Eenzaam voel ik me niet, wel verdronken in een vieze mist die niet wegtrekt. Met hoofdpijn: iets dat ik voorheen nooit in mijn leven heb gehad. Het zijn lichaamservaringen die ik niet ken en die ik niet kan thuisbrengen. En altijd heb ik het koud over mijn ganse lijf. Het duurt al een paar weken eigenlijk: soms wat beter dan weer een ganse dag afzien, een lijden dat niet erg genoeg is om alarm te slaan. Ik verdraag ook niet meer wat hier allemaal gebeurt: de bekrompenheid, de manipulatie van de publieke opinie, de heksenjacht op personen, het ressentiment van de scandilitis, terwijl het aantal armen, werklozen, daklozen, et cetera elke dag toeneemt. Het is het jaar van de trieste records. En elke dag slaat bij iemand de stoppen door, iemand die dan een paar mensen neerknalt. Misschien ben ik morgen die iemand.

Ik herinner me dat ik me als kind dan terugtrok in een droomwereld van cowboys en indianen. Droomde van een zuiver meisje dat door snoodaards werd belaagd. Toen geloofde ik nog in de zoetheid van dromen. En in Robin Hood.

Ik heb je voor je vertrek gezegd dat ik er bij je terugkeer (als je ooit terugkeert; blijf maar ginder, beste vriend!) niet meer zou zijn. Als ik naar mijn lichaam en mijn hoofd luister, lijkt het erop dat de ultieme waarheid zich inderdaad openbaart. Misschien ben ik dement aan het worden. Het is in elk geval een onwennig gevoel: naar een lichaam te luisteren dat het mijne niet lijkt. Nu is het 10 uur of zoiets en weer moet ik een dag door hopende dat ze snel voorbij zal zijn en dat de slaap rust zal geven. Maar dat is een rust waar ik geen weet van heb en waaraan ik me dus niet kan optrekken. Dan herbekijk ik in de dag de film van mijn leven: de bezigheid van de stervenden dus.

Ik ken nog wel een goeie joke. Die vertel ik je later eens. En het is lente: de straat is vol opgefleurde meisjes. Het is leuk om naar te kijken, om ze te groeten.

Take care!

Eric
.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Misschien ben je behekst Eric!

eric rosseel zei

Zou best kunnen. Ook het aantal heksen is zo onrustwekkend gestegen dat de politie een bijzondere heksencel heeft geïnstalleerd.

Anoniem zei

Gevat antwoorden heb je alvast niet verleerd, doet me genoegen.

Basilius van Zeverkonten-de Pravda zei

De politie ziet ze vliegen ! :-o