Er is dezer dagen nogal wat met zware termen gegoocheld geworden door mensen die van zichzelf beweerden dat ze "socialist" waren, "sociaal-democraat", "progressief", "ware socialist", "links" en zelfs "internationalist" en die van anderen beweerden dat ze zus en zo net niet waren. Het leek erop dat we ons wat zouden kunnen verheugen in zeer diepgaande beschouwingen en discussies. Maar veel meer dan met rode vlaggen voorop lopen en aan de andere kant wat vendelzwaaien is het niet geworden.
Nochtans is het duidelijk dat het woord "socialisme" in Vlaanderen nergens meer voor staat en het is zelfs een scheldwoord geworden voor "conservatieven" en verstarde en verroeste oudgedienden die zich verkneukelen in herinneringen aan vervlogen jaren uit de decennia van de harde klassenstrijd.
En toch nu het liberalisme en zeker het neoliberalisme en het "wilde kapitalisme" in ongenade gevallen zijn bij hun meest fervente aanhangers zoals bv. een Guy Verhofstadt himself, zou je verwachten dat een socialistische partij met een discours zou afsteken dat helderder is dan platgetreden woorden zoals "open", "eerlijke samenleving", "sociale rechtvaardigheid", etc. Fascisten die zweren bij geboren leiders en genetisch voorbestemde onderdanen, vinden vanuit hun perspectief het fascisme uiteraard ook rechtvaardig; en liberalen vinden het ook eerlijk dat wie risicokapitaal investeert, beter beloond wordt dan de werknemers die daarvoor tegen zo matig mogelijke loonkosten ingehuurd worden. Woorden als "eerlijk" en "rechtvaardig" zijn zinledig als je er niet bij zegt wat je bedoelt. En aan de zijde van wat men doorgaans extreem-links noemt, houdt men veelal vast aan zinsneden uit boeken van halve eeuwen oud die je niet kunt begrijpen als je die boeken niet van a tot z gelezen hebt.
Ik zelf voel me van jongsaf emotioneel verbonden met het woord "socialist" en afkerig van de term sociaal-democraat. Socialisten waren voor ons mensen die ervoor ijverden dat de werkers en zij die met hand en hoofd rijkdom en welvaart schiepen, het voor het zeggen zouden hebben in de samenleving. Sociaal-democraten waren voor ons mensen die van de liberale heersers alleen een maximum aan kruimels en af en toe een kramiek van tafel wouden vegen.
Niemand weet nog wat "links" betekent of waar progressief op slaat. Is de verruiming van de mogelijkheden tot euthanasie of de legalisering van cannabis progressief? Is Bert Anciaux progressief alleen maar omdat hij een guitig kwajongensachtig gezicht heeft? Is Caroline Gennez socialist omdat Steve Stevaert en Johan Vande Lanotte haar een vijftal jaren geleden gezegd hebben dat ze een beloftevolle "socialiste" zou worden?
Nu het gaat mij niet om het woord socialist: als dat woord het verwezenlijken van een socialistische samenleving in de weg staat, ja, met pijn in het hart laat ik het vallen.
Dat klinkt toch mooi, niet? Natuurlijk, dat vertalen in de concrete politiek van alledag in een wereld die verre van volmaakt is en waar mensen kreperen opdat nietsdoenden van luxe zouden kunnen genieten, is wat anders. Maar daarover moet juist gepraat, gediscussieerd en soms geroepen, getierd en op tafel worden geklopt. Of over de rol van de Partij in de wijze waarop zij de mensen die deze socialistische samenleving willen, tactisch en strategisch hoort te vertegenwoordigen. Niet over de vraag of Bert Anciaux al dan niet een "vreemde" is die zich met de zaken van de "echte socialisten" gaat moeien. Of over de vraag of Renaat Landuyt een "socialist" dan wel een "sociaal-democraat" is. En Peter Mertens een "stalinist" of een "maoïst" is.
Voilà! Meer wil ik daarover niet zeggen. Want voor "politicus" (in de pejoratieve betekenis van het woord) ben ik niet in de wieg gelegd, noch heb ik ooit de ambitie gekoesterd om dat gebrek door bijscholing of een verblijf in een heropvoedingskamp bij te sturen.
Ik zelf voel me van jongsaf emotioneel verbonden met het woord "socialist" en afkerig van de term sociaal-democraat. Socialisten waren voor ons mensen die ervoor ijverden dat de werkers en zij die met hand en hoofd rijkdom en welvaart schiepen, het voor het zeggen zouden hebben in de samenleving. Sociaal-democraten waren voor ons mensen die van de liberale heersers alleen een maximum aan kruimels en af en toe een kramiek van tafel wouden vegen.
Niemand weet nog wat "links" betekent of waar progressief op slaat. Is de verruiming van de mogelijkheden tot euthanasie of de legalisering van cannabis progressief? Is Bert Anciaux progressief alleen maar omdat hij een guitig kwajongensachtig gezicht heeft? Is Caroline Gennez socialist omdat Steve Stevaert en Johan Vande Lanotte haar een vijftal jaren geleden gezegd hebben dat ze een beloftevolle "socialiste" zou worden?
Nu het gaat mij niet om het woord socialist: als dat woord het verwezenlijken van een socialistische samenleving in de weg staat, ja, met pijn in het hart laat ik het vallen.
Socialisme is voor mij een samenleving waar wij door onze arbeidsbijdrage een wereld voortbrengen waar het voor iedereen goed leven en werken is en waarbij wij zowel objectief (in de vastgelegde politieke besluitvormingsprocedures) en subjectief (naar ons gevoel) vat hebben op onze werk- en levenssituatie, doordat de in gemeenschap voortgebrachte rijkdom aan materiële en immateriële goederen en diensten, dank zij onze politieke controle op hun productie en distributie, ongeveer gelijkmatig tegemoet komt aan de behoeften en verlangens van iedereen op deze wereld. En waarbij door efficiënt samenwerken fondsen kunnen aangelegd worden om nog beter aan die behoeften en verlangens te voldoen en ze te verruimen zodat we allen veelzijdige mensen worden die, op basis van hun keuze, zich zoveel mogelijk menselijke vaardigheden kunnen eigen maken.
Dat klinkt toch mooi, niet? Natuurlijk, dat vertalen in de concrete politiek van alledag in een wereld die verre van volmaakt is en waar mensen kreperen opdat nietsdoenden van luxe zouden kunnen genieten, is wat anders. Maar daarover moet juist gepraat, gediscussieerd en soms geroepen, getierd en op tafel worden geklopt. Of over de rol van de Partij in de wijze waarop zij de mensen die deze socialistische samenleving willen, tactisch en strategisch hoort te vertegenwoordigen. Niet over de vraag of Bert Anciaux al dan niet een "vreemde" is die zich met de zaken van de "echte socialisten" gaat moeien. Of over de vraag of Renaat Landuyt een "socialist" dan wel een "sociaal-democraat" is. En Peter Mertens een "stalinist" of een "maoïst" is.
Voilà! Meer wil ik daarover niet zeggen. Want voor "politicus" (in de pejoratieve betekenis van het woord) ben ik niet in de wieg gelegd, noch heb ik ooit de ambitie gekoesterd om dat gebrek door bijscholing of een verblijf in een heropvoedingskamp bij te sturen.
3 opmerkingen:
Ben daar volledig met u eens,het lucht op,het zit diep of hoog bij u,maar ik denk bij velen.Wat kunnen we in godsnaam,hier aan doen.
M. De Backer
Het ware socialisme waar u (op vrij juiste wijze) naar verwijst bestaat nog alleen in een verre en zoetgevooisde droom gekoesterd door enkele zonderlingen, vrees ik, en ik vraag me af of in deze platlanden wel ooit sprake is geweest van waarachtig socialisme, tenzij misschien ten tijde van de oprichting der BWP en tot pakweg WO I, misschien ietsje langer. Werd de doodsklok al niet onbewust geluid door August Vermeylen? De schoolstrijd en alle andere straatgevechten reken ik tot de romantiek, waarvan het belang uiteraard nu ook weer niet mag worden onderschat, en in een iets ruimer tijdsbestek vind ik de euthanasiekwestie zelfs het vermelden niet waard. Derwijze lijkt mei ’68 me in plaats van het begin van een nieuwe era eerder het triomfantelijke eindpunt van iets dat in werkelijkheid nooit bestaan heeft, zelfs de das is omgedaan door de socialisten, en na 40 jaar verguisd en verraden wordt door alles wat zichzelf links noemt.
Opkomst en ondergang van de socialistische partij is andere koek, dat is het exclusieve terrein van guignols en salonscheten. En wat heeft politiek overigens nog met politiek te maken in dit land? Al jaren staat de deurwaarder voor de deur van iedere ideoloog of visionair, en overal wordt over het redden der meubels gediscussieerd, terwijl iedereen vergeet dat men beter af is met nieuwe meubels, en dat men die best zelf kan maken. Is dat niet de ware zin van het socialisme: heft en roer in eigen hand nemen? Hand in hand kameraden?
Een reactie posten